Wat barstte er in 1995 een gekrakeel los over de nieuwe officiële spelling. De pannenkoek en het hondenhok joegen taalliefhebbers de barricaden op. Verfijnde regels leidden tot re-integratie naast reïncarnatie en tot onlogische woordbeelden als would-beschrijver. Appèl verloor het accent dat het onderscheidde van appel. En zo voorts enzoverder. De groene golf legde iedereen aan de spellingchecker.

Natuurlijk waren de spellinghervormers erop uit* om het volk te dienen met een eenvoudige, consequente en heldere spelling. Maar wás die nieuwe officiële spelling maar consequent… In mijn Groene Boekje uit 2005 noteerde ik wat vermakelijke tegenstrijdigheden. Eens kijken hoe die anno nu vermeld staan in het online Groene Boekje: woordenlijst.org.
- terzelfder tijd, maar te zijner tijd en tegelijkertijd
- halfopen, maar wijd open
- blindedarm, maar dunne/dikke darm
- klemrijden/klemzetten, maar klem zitten en zich klem zuipen/vreten
- tegemoetkomen, maar tegemoet treden
- terneerliggen, maar terneer zitten
- tewerkstellen, maar te werk gaan
- Semiet, maar antisemiet
- Nederduits, maar Neder-Duitser
- samenzijn, maar anders-zijn
Jammer genoeg zoekt de welwillende taalgebruiker vergeefs naar de spelling van woorden als:
- body mass index (wel: bodybagsyndroom en hufterindex)
- Staatscourant/Staatsblad (wel staats… en Bijbel/bijbel)
- hatsjoe (wel: hatsjie)
- pentagon/pentagoon (wel: Pentagon)
Wel opgenomen zijn hilarisch onbestaanbare meervouden en vergrotende/overtreffende trappen:
- EU-erkenningen, evoluties, prinzipienreitereien
- Sovjet-Russischere, gragere, absolutere
Anno 2019 is de officiële spelling geen reden meer om de barricaden op te gaan; de tegengeluiden zijn gaandeweg verstomd. Het wachten is op de volgende generatie bevlogen haarklovers die het beter menen te weten dan hun voorgangers. Ik heb nog wel wat tips voor ze;)
20190926
* Niet te verwarren met `eropuit zijn’; dat betekent iets volkomen anders, zoek maar op!
en ik uitgeluld over taal, dat ik al zo lang niet heb geblogd? Nee hoor, in de tussentijd heb ik veel geschreven, waaronder een libretto (daarover later meer).
e lexicografische pionier Samuel Johnson schreef met enkele assistenten in negen jaar de monumentale `Dictionary of the English language’ (1755) bij elkaar. Twee volumineuze banden, doorspekt met citaten van o.a. Shakespeare, Spenser, Milton.
ebben mensen hardnekkig ruzie, dan vervallen ze vroeg of laat in categorische bepalingen:
oms, als mijn ogen langs woorden glijden, is het net alsof ineens de mist optrekt. Dan ontdek ik iets dat er allang was en volstrekt natuurlijk, maar toch… Ooit, bij het openen van een fles Château Des Roques zag ik ineens in dat het dakje boven de a, de accent circonflexe, staat voor een s. En daarmee komt `chasteau’ ineens heel dicht bij het Nederlandse `kasteel’.
oorden slijten, termen vergaan,
The Golden House’, de dertiende roman van Salman Rushdie, is een toverlantaarn en kijkdoos ineen, waarin feiten, fake news, fabelarij en mythicisme beurtelings een loopje met ons nemen. Een overdaad aan verwijzingen (popcultuur, cinema, literatuur, politiek) doorspekken het al zo bomvolle verhaal, waarachter een onnoemelijk duister verleden, intriges, geld en drugs de motor zijn.
euk nieuw taaldingetje: je kent iemand met een grappig loopje, of een maniertje of trekje. Het valt niet alleen jou op, maar ook je collega’s of vriendengroep, studie- of kroeggenoten. En dan doe je het ineens zélf, per ongeluk: je blijft wachten bovenaan de trap, totdat je tegenligger voorbij is. En die vraagt, verrast: `Hee, doe je een marloesje?’.
et is een ondergewaardeerde kunst: iemand diep beledigen. Het vereist inlevingsvermogen en welsprekendheid. Kun je je verplaatsen in de te beledigen persoon, dan weet je wat hem of haar het meest dierbaar is, welke taboes daar op rusten en hoe je die het radicaalst kunt overtreden. In de ene cultuur zijn ziektes een geschikt scheldthema, in de andere seks, stoelgang of `jouw moeder’.
hierry Baudet werd weggehoond toen hij wijsneuzig een toespraak begon met een Latijns citaat. Maar was hij in het Engels begonnen, dan had er geen haan naar gekraaid.
n mijn vorige blog had ik het over de bekende, hardnekkige dt-fouten die Vondel nog niet maakte. Onderzoekster
aal verandert, schreef ik al eens in mijn postje Fout Nederlands… Wie bepaald dat? Voortdurend ontstaan nieuwe woorden, uitdrukkingen, waarvan de meeste in korte tijd weer in vergetelheid raken. Ook de regels en normen die we officieel vastleggen in grammatica’s en in ons eigen hoofd zijn minder in beton gegoten dan we misschien denken. Ons gezamenlijke, min of meer gedeelde taalgevoel is bezig aan een eeuwige wandeling door het Park van de Onbegrensde Talige Mogelijkheden en blijft zelden lang ergens hangen.
et is december, dus tijd om de balans op te maken en 2017 te condenseren tot een serie lijstjes. Woord, song, sporter, nieuws enzovoort van het jaar: de media schrapen luidruchtig de feitjes bij elkaar, enquêteren zich een slag in de rondte en hopen vooral dat hun opsomming uniek en opzienbarend genoeg is om onze aandacht te trekken, te midden van het eindejaarskabaal.
e fraaie, ongerepte, zuid-Portugese kust werd begin jaren ’90 volop `ontwikkeld’: hotels, winkelcentra, luxe villa’s. Ik was er als arme student op een shoestring-backpackvakantie – al noemde ik dat toen gewoon vakantie. Fotografie was nog analoog – weinigen kénden überhaupt het woord `digitaal’. Vaak moest ik kiezen om níet af te drukken: dat bespaarde film, ontwikkel- en afdrukkosten. Zes filmpjes in drie weken was echt de max.
0171124
ehakketak over wat correct Nederlands is, is niet enkel van nu. In de Atlas van de Nederlandse taal* staan mooie verhalen over hoe men in de 16e en 17e eeuw onze taal op de tekentafel legde. Gedreven door een gulzig beleefde klassieke Wedergeboorte streefde men toen naar een pure, Nederlandse eenheidstaal tot fundament van de nog wankele nationale identiteit.
ie bladert er nog voor zijn plezier in een woordenboek? Toen ik Nederlands ging studeren, schafte ik me een amper tweedehands driedelige Van Dale aan, 175 gulden bij De Slegte. Ik stuitte, als een beduusde Livingstone, op `serendipiteit’: het verschijnsel dat je soms pardoes iets vindt waar je helemaal niet naar op zoek was, maar dat wel een blijvende glimlach op je gelaat tovert, of je de juiste weg wijst (mijn definitie;)
e foto’s van
n het jaar 79 van onze jaartelling barstte de vulkaan Vesuvius spectaculair uit en bedolf een metersdikke laag gloeiende as de nabij gelegen stad Pompeii. Toen enthousiaste archeologen in de 19e stad begonnen met opgravingen, troffen ze op de muren een overweldigende hoeveelheid graffiti aan, van scabreuze aantijgingen via reclame en laster tot keiharde politieke agitprop. Maar ook poëtische teksten als deze:
ussen 1954 en 1968 kregen dokters, verplegers, ziekenhuizen en gezondheidsinstituten in de hele westerse wereld dit soort ansichtkaarten. Met een persoonlijke groet, handgeschreven en authentiek gepost in België, Chili, Pakistan, de Malediven. Slimme marketing van de Abbott Pharmaceutical Company uit Chicago.
e weet waar je aan toe bent – je hebt immers de voorwaarden gelezen. Bovendien krijg je van Oom Google misschien wel goede tips en suggesties, omdat je hem zelf hebt geholpen de reclames samen te stellen.
u de zomer definitief voorbij lijkt, verdwijnen armen, benen, schouders en ruggen zoetjesaan weer uit het zicht. En daarmee ook de daarop aangebrachte tatoeages. Persoonlijk vind ik dat niet zo erg. Bij veel van die plaatjes vraag ik me af wat erger is: of je ooit spijt gaat krijgen dat je ‘m hebt laten zetten of juist dat je daar géén spijt van gaat krijgen. En hoe ze er over tien, twintig jaar uitzien, als de huid rimpelig en vlekkerig wordt.
e hoofdredacteur van de Utrechtse daklozenkrant noemde me ooit meester op de korte baan, toen bleek dat ik in 100 woorden een leuk verhaaltje kon houden over bekende Utrechters. Voor wie denkt dat ik lui ben: met het schrijven van 100 woorden ben je niet per se korter bezig dan met een stukje van 400, of zelfs 1000 woorden. Met weinig woorden heb je weinig kans om te nuanceren, dus moet je extra zorgvuldig kiezen. Stel je voor dat je een poolreis gaat maken en je kan enkel een daypack als bagage meenemen.
e hashtag vierde onlangs zijn tiende verjaardag. In augustus 2007 introduceerde Chris Messina het hekje (#) op Twitter om berichten te kunnen groeperen op onderwerp. Zinvol als je snel alle informatie bijeen wilt hebben over #JustinBieber of #NSvertragingen.
edacteurs van woordenboeken zijn doorgaans nogal op de millimeter wat betreft definities, grammaticale en etymologische informatie, spelling uiteraard. We moeten altijd woekeren met de ruimte om een zo accuraat mogelijke omschrijving te geven van, bijvoorbeeld, een `dubbelmol’. We kunnen lang puzzelen op de essentie van `due diligence’. Sommigen van ons hebben hun hele, lange leven gewijd aan de studie van het Gotisch en Raetoromaans om ons overtuigend te kunnen inlichten over de oorsprong van, bijvoorbeeld, een woord als `paard’. Zakelijk, nuchter, to the point, zoals het hoort.
Wat hebben we De Natuur veel ontnomen de laatste paar honderd jaar. Wilde flora en fauna hebben we in steeds hoger tempo weggevaagd om steeds meer mensen te kunnen huisvesten. We hebben een hele industrie ontwikkeld waarmee we die mensen steeds gezonder en langer konden laten leven op een steeds hoger levenspeil. Als een olievlek heeft onze beschaving zich over de wereld verspreid. Tot er bijna geen Natuur meer over was.
et voorvoegsel ont- is ontluisterend ondoorgrondelijk. Heb je je bijvoorbeeld ooit afgevraagd waarom `ontbranden’ betekent dat iets begint te branden? Je zou immers kunnen denken dat het juist het tegenovergestelde betekent: ophouden te branden. Denk maar aan `ontsluiten’ (openen) en `ontvetten’ (vet verwijderen).
e zijn begin juli alle 3300 buiten bedrijf gesteld, de gele ANWB-praatpalen. Net als de fluittalen, waar ik eerder over schreef, werden ze ingehaald door nieuwe vormen van communicatie. In plaats van een kilometer te moeten sjokken over de vluchtstrook app je nu ff de pechservice, lekker makkelijk. Maar nostalgie is een hardnekkige mensenkwaal. Zoals eerder de rode Britse telefooncellen waardevolle verzamelobjecten werden, zo willen velen nu zo’n gele `Broer Konijn’ aanschaffen.
eel grote bedrijven leggen graag aan de wereld uit hoe Groen ze zijn. Electronicaconcerns, fastfoodketens, oliemaatschappijen etaleren uitgebreid hoe goed ze presteren op de Schaal van Smaragd. Bouwmarkten en papierproducenten pronken met FSC-keurmerken, wasmiddelfabrikanten met Eko-labels. Supermarkten en witgoedventers steunen knuffelbare groendoelen, van het Wereld Natuurfonds tot de zeehondjes van Pieterburen. Toppunt van `greenwashing’: een bekende hamburgerboer die zijn logo groen schildert.
en paar maanden geleden verscheen de prachtig geïllustreerde `Atlas van de Nederlandse taal’ (Lannoo), in twee edities: een Nederlandse en een Vlaamse. Dat is niet voor niets.
n de bergen van Turkije en op veel andere plekken in de wereld kon je ze tot kort geleden nog vaak horen: gefloten berichten. Een handig middel om kloven te overbruggen: een herder zet zijn vingers aan de mond en vertaalt zijn boodschap in een reeks hoge en lage fluittonen. Aan de andere kant van het dal spitst men de oren en begrijpt: `wolven hebben twee schapen opgepeuzeld’, of `schat, ik ben een uurtje later thuis’.
achitis – je krijgt er kromme benen van – ontstaat door een gebrek aan vitamine D en calcium. De ziekte werd voor het eerst onderkend in Groot-Brittannië, in de begindagen van de Industriële Revolutie. Kinderen maakten er lange dagen in de fabrieken en zagen amper de zon, vandaar dus.
eel winkelstraten in Utrecht lijken op een gatenkaas, of een rot gebit. In de strijd tegen de dozenschuivers van het internet leggen steeds meer klassieke winkels het loodje. Vastgeroeste, bejaarde ketens sluiten de knarsende deuren. Da’s mooi, want zo ontstaat er ruimte voor nieuwe, kleine zaakjes, creatieve geesten en woonruimte. Maar dat terzijde.