S
chaarste is, enerzijds, een groot goed. Ik was dertien en kersvers Beatlesfan. Bootlegs* – ongeautoriseerde geluidsopnames – waren voor mij de Heilige Graal, begeerlijker nog dan de reguliere albums. Veel duurder dus ook. Groot was dan ook mijn geluk toen ik, op een fanclubdag, een cassettebandje wist te scoren met daarop middag- en avondconcert van mijn Fab Four in Houston, 1965.
De eerste minuten hoorde ik een nerveuze presentator die probeerde de hysterische meidenmeute te kalmeren. `They’re just getting the DRUMS on stage, be STILL a minute.’ Volgde een optreden van nog geen half uur, matige geluidskwaliteit, Paul en John allebei schor. Bleek het avondconcert ook nog eens zo goed als identiek aan het middagconcert: zelfde liedjes, zelfde grappen tussendoor, zelfde obligate bedankjes. Maar bij schaarste klaag je niet: het bandje was lange tijd mijn kostbaarste bezit, een zeldzaam relikwie.
Half onder de toonbank van schemerige platenwinkels kocht ik naderhand meer bootlegs (de Decca-tapes, Get Back-sessies), maar de glans ging er een beetje af toen vanaf 1995 de officiële Anthology-serie op de markt kwam. Drie goed gedocumenteerde dubbel-cd’s met veel waar je als Beatlesfan al jaren naar op zoek was geweest. De mythische status van veel bootlegs verdampte.
Het was met de bootlegjacht definitief gedaan toen het internet ons leven overnam. De verspreiding van allerhande content – legaal en illegaal – bleek niet meer te beteugelen. Op YouTube vind je inmiddels zelfs de uitstekende videobeelden van de Beatles in Japan (1966)**, op vinyl ooit zowat de kostbaarste Graal der Gralen, gratis, te grabbel.
Zolang we toegang hebben tot online bronnen, zal de schaarste nooit meer terugkomen. Heel fijn natuurlijk: er is zo veel moois te ontdekken. Anderzijds… niets meer om over te dromen, op een verlanglijstje te zetten, een queeste naar te ondernemen, te koesteren als een exclusief juweel. Niet zoals ik als dertienjarige.
20251201
* In de schacht van een laars kun je een wapen verbergen, of een flesje illegale drank. Zo werd `bootleg’ een parapluterm voor allerlei clandestiene waar.
** Evenals het avondconcert in Houston trouwens: https://www.youtube.com/watch?v=RMaShvlkR4M
Meat is murder’ is een bekende plaat van The Smiths uit 1985. Voorzanger en vega-activist Morrissey bant sindsdien overal waar hij optreedt vlees van het menu. De albumtitel legt een verschil bloot dat we in het Nederlands niet hebben. Het Nederlands kent alleen vlees, maar in het Engels is `meat’ de aanduiding van vlees als consumptieartikel. `Flesh’ daarentegen leeft en is niet bedoeld om te eten. Door `flesh’ om te labelen tot `meat’ verhul je dat je levende dieren vermoordt om hun dode vlees, zal Morrissey gedacht hebben.
OSDRAF, las ik in een ondertitel van een klassieke dansfilm die me in de zomer door omroep ONS werd voorgeschoteld. Was het de manier van lopen van een vos? Nee, dat zou `vossendraf’ heten. Een plant dan, zoals hondsdraf? Ook niet. Internet levert één zoekresultaat, gekoppeld aan… fox trot! Natuurlijk, dansen, foxtrot, vosdraf.*
laat Utregs proate werd ons wel afgeleerd door mijn moeder. Zelf opgegroeid in de volksbuurt Geuzenwijk verfoeide ze toch de tongval die door Rijk de Gooijer en later Tineke Schouten en Herman Berkien landelijke bekendheid verwierf. Mijn moeder doorliep in de brave jaren ’50 de keurige kweekschool en werd kleuterjuf. Thuis was verzorgd taalgebruik de norm. We kwamen te wonen in Overvecht, het Almere van Utrecht, dat in de late jaren ’60 verrees op opgespoten zand. Mijn broertjes en ik pikten dus op school en op straat meer Utregs op dan mijn moeder lief was. We konden haar niet beter plagen dan door bij de lunch te vragen: `Maag ‘k ‘n plakie koas?’
olgend jaar verschijnt het laatste papieren Groene Boekje, las ik laatst in mijn taallijfblad Onze Taal. Ik werd er nostalgisch van. Wat barstte er in 1995 nog een gekrakeel los over de nieuwe officiële spelling. De pannenkoek en het hondenhok joegen veel taalliefhebbers en -professionals de barricaden op. Verfijnde regels leidden tot re-integratie naast reïncarnatie en tot onlogische woordbeelden als would-beschrijver. Appèl verloor het accent dat het onderscheidde van appel. En zo voorts enzoverder. De groene golf legde iedereen aan de spellingchecker.
P HUN PIK GETRAPT! De stelling van Koot en Bie – op hun Simpelpee uit 1980 – mag gelden als een staaltje profetisch inzicht.
ntelbare keren heeft die ijle stem me dat afgelopen decennia al toegezongen; op vakantie laatst ook nog in het Frans, Spaans en Portugees. `Karglas vervangt’, ook nog.
pa en oma Dol lazen De Typhoon, want ze woonden in Zaandam en droegen het roode hart links. Die verzetskrant was vernoemd naar een Brits oorlogsvliegtuig, maar opa en oma spraken het op z’n Nederlands uit: `de Tiefoon’. Wisten zij veel…
en jaar geleden werden de steigers afgebroken rond de Utrechtse Domtoren, na jaren van restauratie. Maar liefst 600 m³ natuursteen was vervangen, evenals rot hout, gebroken glas-in-lood, lekkend lood- en leiwerk. Nu kan de toren er weer een paar decennia tegenaan*.
ls achtjarige was ik diep onder de indruk van de donderende stem van Ko van Dijk, een van de vele vertellers die zich door Prokofjevs `Peter en de Wolf’ heen hebben geschmierd. Hij baste me de boodschap in klare taal toe: pas op voor wolven, gevaar, gevaar! Wolven zijn altijd de bad guys geweest, of ze nou hun scherpe tanden wilden zetten in Peter, Roodkapje of de drie biggetjes, of ze nou in het bos slopen of met de hele roedel Wall Street bij elkaar huilden.
n `Transit’ (Boekenweekgeschenk 1994) van Hella Haasse vond ik het woord `rapiarium’: een verzameling losse blaadjes, notities, ideeën, aantekeningen – uit het Latijn (rapere: plukken). Zoiets heb ik ook. Ik lees of luister en mijn talige brein gaat ermee aan de haal. Geestige spelingen van het woordlot (aangeschoten kroegtijger) of het plotse besef dat een woord echt betekent wat het betekent (een beetje is een kleine hap). Ze vallen me in en soms noteer ik ze, net als de aanhangers van de Moderne Devotie dat in hun rapiaria deden.
abels komen, labels gaan. Nog niet zo lang geleden kon je onbesmuikt reppen van een gevaarlijke gek, als iemand schuimbekkend en raaskallend over straat rende. Maar deskundigen en het grote publiek kantelden: iemand botweg voor gek verklaren kon niet meer. Zo iemand gingen we `verward’ noemen, een woord dat we eerder gebruikten als je bijvoorbeeld suiker in de soep deed, een naam verhapselde of zonder sleutels van huis ging.
et jargon van weermannen en weervrouwen* is zo voorspelbaar als hun onderwerp: `de hitte houdt Europa in zijn greep’, `het kwik stijgt lokaal tot tropische waarden’, `de temperatuur doet er morgen nog een flinke schep bovenop’, `dat kan gepaard gaan met stevige onweersbuien’. En bijna altijd weer is er meer of minder, amper of juist volop `ruimte voor de zon’. Ga maar eens turven hoe vaak je dat hoort**.
ij een AI-workshop legde ik ChatGPT een aantal van mijn blogs voor en liet mijn schrijfwijze analyseren: zinslengte, woordkeus, stijlfiguren. Schalks vroeg ik de tool vervolgens een nieuwe blog `op z’n Roelands’ te schrijven over de gevaren van kunstmatige intelligentie voor de literatuur.
emand kan wel onbesuisd zijn, maar ik ben nog nooit een besuisd persoon tegengekomen. Voorraden lijken wel altijd onuitputtelijk te zijn, nooit uitputtelijk*.
ls je klein woont en/of veel verhuist, condenseer je vanzelf je materiële bezit. Zo past dat wat nog rest van mijn gehele schoolgaande carrière – van mijn aap-noot-Mies tot en met mijn doctoraalbul – inmiddels in één gehavende HEMA schooltas uit 1979.
n de sprinter – ofwel het `stoppertje’, zoals de conducteur hem noemt – tussen Amersfoort en Putten mag ik meeluisteren naar een vrolijke vrouwenstem die vertelt hoe ze had geholpen met `aflammeren’. Wat je dan precies doet, ontgaat me, maar het resultaat was dat moeder en kind schaap het goed maakten, gelukkig maar.
578, Portugal, machtige zeevaardersnatie, Europa’s eerste koloniale macht, zucht onder de pest, mislukte oogsten en economische depressie. Goed moment, meent de piepjonge koning Sebastião, om een kruistocht te ondernemen tegen de ongelovigen van Noord-Afrika. Bij Alcacér Quibir stelt hij zijn leger in slagorde op, met aan één kant de Vleugel der Verliefden, een bataljon frivole jonge, ongetrouwde edelmannen, wel toebereid op een glorieuze overwinning en eeuwige roem, maar niet zo zeer op het gevecht.
ookies: niet alleen jij smult ervan – met `gepersonificeerde inhoud’ en op jou afgestemde advertenties – maar vooral degene die ze plaatst en zich te goed doet aan al die heerlijke data uit jouw privéwereld.
ké, nu ga ik een Echt Blog schrijven. Ik heb een professionele schrijftraining gehad, onder leiding van een ervaren coach, met een handboek ernaast. Geen spielerei meer, geen associatieve aaneenschakeling van woordspelige trouvailles, maar een Echt Blog. Dat is mijn doel vandaag.
o luidt de wonderlijke kop in een blog* onder de noemer `Keep moving’. Het artikel opent: `dus kocht u een biefstuk en gooide deze in uw koelkast aan het begin van de week. Het weekend is hier en je bent van plan om een lekker chique diner. Ziedaar, de steak lijkt een beetje vreemd.’
orige week werd orthopedagoog Tamara Luijer op RTL geïnterviewd, deze week was de beurt aan Timo Roeke van de Vogelbescherming. Later die avond schakelde mijn speelse hoofd van de tweede naar de vijfde versnelling, toen ik bij het crosstrainen een aflevering van QI* zag. Daarin besprak Stephen Fry het wonderlijke fenomeen dat mensen soms hun beroep bij hun naam gekozen lijken te hebben.
an mijn krantenwijkje kocht ik als puber elke maand één lp; de andere 30 gulden ging op mijn spaarrekening. Zo had ik na een tijdje een aardige verzameling dierbare platen, die ik allengs aanlengde met tweedehandsjes, goedkope nieuwe van dubieuze herkomst en uitverkoopjes. Ik was een latertje toen de cd eind jaren ’80 gemeengoed werd. Ik leende ze – armlastige student – bij de bieb en kopieerde ze naar een zich rap uitbreidende collectie cassettebandjes.
lke zaterdag zet ik mijn tanden gretig in de verse Scrypto van de NRC, met recht een slijpsteen voor mijn geest. Ondoorgrondelijke omschrijvingen, om dol van te worden; soms maar één woordje (`tros’, zeven letters*), soms een aaneenschakeling (`A(lles) zeggen’, 3+9+3+2+4+5+4**).
inds ik de cursus Elements of AI heb gedaan, kijk ik heel anders tegen mijn schaakvriendje Nelson aan. Nou ja, schaakvriendje… hij is nogal bot. Niet alleen omdat hij daadwerkelijk een bot ís, maar ook omdat hij me tijdens het spel trakteert op intimiderende opmerkingen. Al bij zet 2 schampert hij `Scholar’s mate today?’ en dirigeert zijn koningin naar A4. Later in het spel `Watch out’ of `I’m coming at you!’. Nelson is nogal overtuigd van zichzelf.
‘K richt de wereld in, wiedewiede naar mijn eigen zin”, piepte Pippi in 1972 bij monde van Paula Majoor. Mooi voorbeeld voor de huidige generatie potentaten die de wereldbol herschrijven.
orig jaar voltooide ik het libretto voor een nog uit/op te voeren opera. Ik schreef er ook de muziek bij en heb deze opgenomen, met behulp van vier fijne vocalisten. Het is maar de vraag of het libretto ooit in druk, als `boekje’ zal verschijnen, na jarenlange afbraak van het overheidsmecenaat door kabinet en volksvertegenwoordigers. Maar dat is een ander verhaal.
atuurlijk moeten we – zoals Frank Boeijen ons al jaren geleden vermaande – niet denken in huidskleur, `maar in de kleur van je hart’. Aanleiding voor zijn nummer Zwart-wit was de racistische moord op de 15-jarige Kerwin Duijnmeijer. Een taxichauffeur had geweigerd de dodelijk verwonde jongen naar een ziekenhuis te vervoeren: `wie wil er bloed op de achterbank…?’ Nederland was geschokt, in 1983.
n het dagelijks leven kom je af en toe een bloedneus tegen, maar een oog waar een bloedvat knapt, noemen we toch geen bloedoog. De kans dat we in Nederland ingesneeuwd raken wordt steeds kleiner, maar is voorlopig nog veel groter dan dat we ingezand raken, wat in woestijnen wellicht vaker aan de hand is. Je hebt ochtendmensen, avondmensen, nachtmensen, maar wie ‘s middags floreert, vindt zich in een woordenboek niet terug als middagmens. En je hebt wel landgenoten, maar geen taalgenoten.
eclameschrijvers verbergen meesterlijk hun agenda. `Koopt Nederlandsche waar’ werd `Kies voor het gemak van digitaal bankieren’. De laatste tijd worden we in reclames uitgenodigd om een product of dienst te ontdekken. Bedoeling blijft overigens dat wij ons geld eraan blijven uitgeven.
e sociale media hebben ons de afgelopen jaren verrijkt met een nieuwe beroepsgroep, in een volkomen unieke categorie. Je hoeft er niets voor te kunnen, kennen, maken of doen, je hoeft je alleen maar te tonen. Maar wie dat het beste kan, wie de meeste aandacht naar zich toe weet te trekken, is koning(in).
ij Nederlanders zijn gek op tradities én we zijn eigenwijs. Dus is Piet buiten de Randstad zo zwart als roet, een oeroud gebruik waar je – omwille van de kindertjes – van afblijft. Wij houden nu eenmaal van die olijke krullenkop met dikke lippen, altijd wat om te lachen. Al heeft de rest van de wereld nóg zulke lange tenen.
En `eigenwijs’ wil niet zeggen dat we star zijn, hè. We passen best oude tradities aan de tijd aan. Toen Beatrix aantrad, bleef Koninginnedag gewoon op 30 april. Want wie heeft er nou zin in een stervenskoude Vrijmarkt op 31 januari? Sint-Maarten vieren we liever in het weekend dan doordeweeks, veel handiger met werk en de kinderen op tijd naar bed. O, trouwens, dat vasten na zo’n slopende week carnaval hebben we maar helemáál afgeschaft, dat was echt geen doen. Kijk, zo kan het dus gewoon óók!
Niks star, niks conservatief: we staan wagenwijd open voor nieuwe tradities, ook, júist van ver over de grens. Oktoberfest, foodtruckfestivals, Halloween, Black Friday, en sinds kort zelfs Thanksgiving. Kenden we twintig jaar geleden allemaal nog niet eens. Als je erover nadenkt, wat je jezelf tekortdoet…
Maar we zijn er dan ook wel weer echt lekker Hollands eigenwijs in: Oktoberfesten zijn bij ons gewoon, heerlijk helder, in oktober en Black Friday duurt bij ons het hele weekend, zodat we tijd genoeg hebben om ons volkomen laveloos te shoppen. Wie kan daar nou over vallen?
Nou, doei, ik ga ff door, kerstmarktje pakken in Düsseldorf… doen we elk jaar tegenwoordig.
20191129